Verantwoordelijke: Jan Van Bouwel (IBEVE)
Een betrouwbare identificatie van asbest in materialen kan enkel met behulp van microscopische technieken. Klassiek gebeurt de identificatie van asbest m.b.v. polarisatiemicroscopie (PLM). De gevoeligheid van PLM is evenwel beperkt. Ingeval slechts sporen asbest aanwezig zijn in een materiaal of de asbestvezels zijn sterk verdeeld slaagt men er soms niet in deze te identificeren met PLM. Er kan gebruik gemaakt worden van electronenmicroscopie (TEM of SEM). Deze technieken kennen dan weer andere beperkingen.
In het kader van het beoordelen van potentiële besmettingen van ruimten wordt gebruik gemaakt van kleefstalen die nadien microscopisch worden geanalyseerd.
De werkgroep wisselt ervaringen uit omtrent de diverse analysetechnieken, formuleert standpunten en adviezen t.a.v. wetgevende overheden en andere stakeholders.
Onderstaande items worden besproken:
- Problematiek van ontsluiting van asbeststalen voor analyse
- Gebruiksbeperkingen van de diverse analystechnieken
- Aanwending van kleefstalen en beoordelingskader
Leden
Naam | Bedrijf |
---|---|
Cindy Delens | ABL Asbestlabo |
Raoel Peeters | Asper |
Jan Van Bouwel | IBEVE |
Tino Braeckman | Translab |
Bernard Hermans | A-Ulab |
Tom Van De Sande | A&S Stonefish |
Cathy De Witte | SGS |
Alain Jeger | Fibrecount |
Steven Cleynen | Abesco Contracts |