Deontologische Code

Deze Code is van toepassing op alle leden van Fedasbest. Bij de toetreding als lid van Fedasbest verklaart het lid zich te houden aan deze Deontologische Code.

1. Onafhankelijkheid en onpartigheid

Art. 1
Het lid oefent haar specialisme als asbestdeskundige of als erkend asbestlabo op professionele wijze uit met eerbiediging van de wetgeving terzake, van de essentiële plichten van onafhankelijkheid en partijdigheid, en met het vermijden van belangenconflicten. Het lid onthoudt zich van concurrentievervalsende initiatieven. Het lid eerbiedigt de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid.

Art. 2
Het lid moet elke aantasting van zijn onafhankelijkheid vermijden en mag de beroepsethiek niet verloochenen om de klant, de overheid of derden welgevallig te zijn. Deze onafhankelijkheid is bij alle werkzaamheden noodzakelijk.

Art. 3
Het lid ziet er met de grootste zorgvuldigheid op toe dat er noch een financiële noch een bestuurlijke belangenvermenging bestaat tussen haar activiteiten en deze van een erkend asbestverwijderaar of sloopbedrijf. Het lid vermijdt ook op te treden als tussenpersoon in deze relaties.  

2. Aansprakelijkheidsverzekering

Art. 4
Elk lid beschikt over een geldige verzekeringsovereenkomst inzake beroepsaansprakelijkheid. De verzekeringsovereenkomst biedt een voldoende dekking in functie van de aard van de opdrachten die het lid uitvoert.

3. Kwaliteitsborging, opleiding en vorming  

Art. 5
Het lid waakt over de goede werking van haar labo/onderneming, rekening houdend met het criterium van de integrale kwaliteitszorg. Het lid organiseert zijn labo/onderneming dusdanig dat hij hiertoe over voldoende menselijke en materiële middelen beschikt. Indien er beroep gedaan wordt op onderaannemers, dienen deze aan dezelfde kwaliteitscriteria te voldoen.

Art. 6
Permanente vorming is een deontologische plicht voor elk lid. Permanente vorming houdt in “zich op regelmatige wijze bekwamen en bijscholen in juridische, veiligheids- en technische aspecten m.b.t. asbest, door cursussen en trainingen te volgen, door deelname aan de werkgroepen van Fedasbest, lezingen m.b.t. asbest bij te wonen of te houden, of te publiceren omtrent asbest”.

Art. 7
Het lid verschaft de medewerkers van haar labo/onderneming een aangepaste, voldoende en voortdurende opleiding.

Elk lid stelt hiertoe vrij een jaarlijks vormingsprogramma samen voor de medewerkers van het labo/onderneming. De bijscholing kan binnen of buiten de onderneming georganiseerd worden.

4. Plichten van het lid tegenover zijn medewerkers

Art. 8
Het lid legt haar medewerkers de verplichting op tot naleving van deze Deontologische Code.

5. Plichten van de leden ten opzichte van elkaar

Art. 9
De leden zijn elkaar respect, raad en steun verschuldigd in de uitoefening van hun beroep. Wanneer zij optreden in een zelfde dossier, beloven zij elkaar wederzijds een correcte en doeltreffende samenwerking. Tijdens vergaderingen en in elke vorm van communicatie drukt het lid zich hoffelijk uit ten aanzien van zijn medelid.

6. Plichten van het lid ten aanzien van Fedasbest  

Art. 10
Het lid dat vertrouwelijke informatie bekomt via Fedasbest door bijvoorbeeld deelname aan een werkgroep, zal deze discreet behandelen en niet publiek maken. Het niet-respecteren van deze voorwaarde kan leiden tot een uitsluiting van de werkgroep en in ultiem geval tot uitsluiting van Fedasbest.   

Art. 11
Onverminderd zijn recht om zijn mening vrij te verkondigen, drukt het lid zich in het openbaar en in zijn betrekkingen met de media gematigd uit omtrent de overheden en Fedasbest. In dezelfde context onthoudt hij zich van elke persoonlijke aanval.

Art. 12
Het lid is verplicht, met de passende discretie, het Bestuursorgaan van Fedasbest in te lichten over elk onprofessioneel gedrag van een mede-lid dat afbreuk doet aan de waardigheid van het specialisme of de belangen van Fedasbest.

Art. 13
Het lid licht het Bestuursorgaan van Fedasbest onmiddellijk in wanneer haar labo/onderneming betrokken is in een tuchtprocedure van de erkenning verschaffende overheid of een strafrechterlijke veroordeling. 

Art. 14
Het is leden niet toegestaan in naam van Fedasbest standpunten in te nemen bij de overheid en andere stakeholders tenzij ze hiertoe gemachtigd werden door de RVB.

Art. 15
Het lid verricht tijdig de betalingen van haar bijdragen t.a.v. Fedasbest.