Tijdens het nemen van de stalen moet er extra aandacht besteed worden aan het vermijden van contaminatie van de omgeving. De omvang van de voorbereidings- en voorzorgsmaatregelen zijn afhankelijk van het soort materiaal dat onderzocht moet worden. Zo vereist de bemonstering van spuitasbest bijvoorbeeld meer maatregelen ter bescherming dan bemonstering van intact asbestcement. Indien mogelijk kan de plaats van bemonstering bevochtigd worden. Opletten met vocht nabij een bemonstering in de nabijheid van elektrische leidingen/installaties. Monsters dienen zo genomen te worden dat omliggend materiaal niet of zo min mogelijk aangetast wordt. Niet te grote stukken materiaal. Gebruik voor het nemen van monsters mes, handboor, schroevendraaier enz… Draag er zorg voor dat het monster representatief is voor de ganse te bemonsteren oppervlakte, t.t.z. de ganse lengte van de te bemonsteren isolatie rond een leiding of de volledige diepte van het materiaal dat een installatie bedekt, wetende dat de samenstellingen van zulke materialen niet altijd homogeen zijn. Controleer steeds of het te bemonsteren materiaal nergens beschadigd is, op de plaats van beschadiging (indien deze plaats representatief is) kunnen gemakkelijk materiaalmonsters genomen worden zonder verdere beschadiging van het materiaal te veroorzaken. Let op dat er geen derde of vreemde of andere materialen werden gebruikt bij eventuele vroegere veranderingswerken of eerdere aanpassingen (oplapwerken). Bij verandering in samenstelling of oppervlaktebehandeling, moeten ook hiervan monsters genomen worden. Merk indien mogelijk de bemonsterde plaats met een identificatienummer of asbestpictogram en/of neem een foto. Reinig na elk genomen monster alle gebruikte materialen zodat tussen monsters onderling elke kruiscontaminatie wordt vermeden. Dit kan eenvoudig gebeuren door de gebruikte materialen te reinigen in een recipiënt met water of vochtige doek, emmertje water indien nodig of dergelijke. Na de monsternames alle materialen grondig reinigen teneinde geen vezels mede te nemen in de materiaalkoffer, de wagen, en naar de volgende monstername plaats. Werp alle afval in hiertoe voorziene plastiek zakken, verpak dubbel en merk ze als asbestafval. Draag er steeds zorg voor dat na de verwijdering van het monster de beschadigde plaats verzegeld wordt met tape of met een dichtingsproduct dat in overeenstemming is met brandveiligheid. Zorg ervoor dat de monstername de structurele integriteit van het materiaal niet ondermijnt. Elk monster dient afzonderlijk en dubbel verpakt te worden in de speciaal daartoe voorziene bemonsteringszakjes met druksluiting. Er dient voor elk monster een unieke markering/identificering op de zakjes of potjes te worden voorzien, in lijn met ISO17025. |